top of page

Second opinion

De procedure

Werknemers kunnen een second opinion aanvragen wanneer zij twijfelen aan de juistheid van het advies van de bedrijfsarts. De second opinion wordt uitgevoerd door een andere bedrijfsarts, maar moet worden aangevraagd bij de eerste bedrijfsarts.

Het aanvragen van een second opinion kan alleen door de werknemer worden gedaan, en is altijd in overleg met de eerste bedrijfsarts. De kosten voor de second opinion worden in principe door de werkgever betaald.

 

In het basiscontract tussen de werkgever en ABR is vastgelegd wie de second opinion kan uitvoeren. Het is belangrijk om te weten dat de second opinion bedrijfsarts onafhankelijke van de andere bedrijfsarts werkzaam is voor ABR.

 

Klachtenprocedure

De bedrijfsarts hoeft niet mee te werken aan een verzoek om een second opinion wanneer hij daarvoor zwaarwegende argumenten heeft. Als de werknemer van mening is dat dit niet het geval is, en de bedrijfsarts het verzoek om een second opinion heeft afgewezen op oneigenlijke gronden, kan de werknemer een klacht indienen via de klachtenregeling.

 

Let op:

De second opinion bedrijfsarts geeft een eigen advies. Dit advies wordt met de werknemer besproken, en met zijn toestemming doorgestuurd naar de eerste bedrijfsarts. De eerste bedrijfsarts bepaalt vervolgens op welke wijze hij dit advies betrekt bij zijn eigen advies en stelt de werknemer hiervan op de hoogte. Het advies van de second opinion bedrijfsarts kan hij geheel, gedeeltelijk of niet overnemen.

De bedrijfsarts moet dit gemotiveerd kenbaar maken aan de werknemer. Het advies dat met de second opinion is gegeven door de andere bedrijfsarts is dus niet bindend. De second opinion heeft geen opschortende werking. Dit betekent dat wanneer de werknemer een second opinion aanvraagt, de lopende afspraken met de eerste bedrijfsarts en werkgever ten aanzien van bijvoorbeeld re-integratie gewoon doorlopen. De re-integratie vindt plaats op basis van de gemaakte afspraken en wordt niet uitgesteld tot na de second opinion.

 

Tijdens en na afronding van de second opinion loopt de begeleiding door van de eerste bedrijfsarts. Indien de werknemer van mening is dat door de eerste bedrijfsarts onvoldoende rekening wordt gehouden met het advies dat is gegeven door de second opinion bedrijfsarts, kan de werknemer dit aangeven bij de eerste bedrijfsarts en hem verzoeken de verdere begeleiding over te dragen aan een andere bedrijfsarts. De bedrijfsarts moet dit verzoek, met inachtneming van het door de second opinion bedrijfsarts gegeven advies, overwegen.

Ons doel

ABR-wit.png

‘Uw zieke medewerkers zo snel mogelijk en succesvol laten terugkeren in het arbeidsproces.’

bottom of page